De eerste echte Femma-activiteit van onze jonge groep Femmadammen Dendermonde is tuinieren op 1 m², ons allen ondertussen welbekend. Met de zomer in aantocht is het fijn om zelfgekweekte groenten en kruiden te kunnen oogsten. Shari heeft vorige zomer al het goede voorbeeld gegeven, hier kan je dat nog eens lezen.
Je kan de vierkante meter letterlijk nemen en een houten kweekbak van 1 op 1 meter voorzien. In mijn kleine mature stadstuin lukt dat niet zonder heel de tuin opnieuw te moeten aanleggen, daarom zal mijn vierkante meter verdeeld worden over potten en bakken. Er zijn nog andere opties: een zaaitafel voor wie last heeft van de rug, of een plantzak, die kan je zelfs tegen de muur hangen! Een zonnig plekje heeft de voorkeur, ik zal dus de laatste lenteschoonmaak inzetten om een goed plaatsje vrij te maken voor mijn zaailinkjes.
Onze lesgever Brecht Bracke gaf een sessie van twee workshops, op 25 april en 2 mei. Ik geef hier een verslagje van de eerste avond! Brecht begon met een stukje theorie, over grondsoorten, composteren en bemesten. Als je een ruime tuin hebt en groentebedden gaat aanleggen, is de bodem van belang: klei, leem of zand. Leem is ideaal, wie zand of klei in de tuin heeft zal de grond moeten verbeteren door er bijvoorbeeld compost in te werken.
Composteren kan je zelf, Brecht vertelde ons dat het ideaal is als je drie stapels kan maken. maar in een kleinere tuin kan je ook een compostvat plaatsen, dat hebben wij. Het is belangrijk om lagen te maken van groen en bruin afval: aan de ene kant keukenafval, gras, verse blaadjes en aan de andere kant droog materlaal zoals dorre bladeren en dunne takken. Een verhouding van 2 delen groen op 1 deel bruin afval is goed: dan blijft er genoeg zuurstof in de compost en kan het niet gaan rotten. In een ver verleden hadden wij een cavia (Crudité heette hij) en het houtschaafsel uit zijn kooi bezorgde ons genoeg droog materiaal. Helaas is onze mengeling nu eigenlijk te nat. Misschien krijg ik het nog goed als ik gewoon zelf houtschaafsel toevoeg.
We zetten de theorie verder met een plantmaatje dat ons toonde hoeveel plantjes je kan zaaien in 1 vak van een plantenbak. We maakten ook allemaal een lijstje van welke groenten en kruiden we wilden.
Eva ging de Mme Zsazsa-toer op met dit mooie zaaiplan!
Daarna was het tijd om de handen uit de mouwen te steken, al dan niet met handschoentjes 🙂 We kregen allemaal een tray en potgrond, en toen mochten we zaaien. Brecht had al een aantal soorten groentenzaadjes mee, en schreef op wat we volgende week nog willen zaaien. Ik zaaide al erwtjes, twee soorten sla, witte kool, spinazie en radijsjes, en ik wil graag nog kruiden zoals basilicum, koriander en bieslook, en groenten zoals courgette, komkommer, chilipepertjes, veldsla en venkel. Tomaatjes koop ik als plantje, ik kies voor patiotomaatjes: dat blijft klein en moet niet opgebonden worden.
Brecht gaf ons ook goeie tips over:
- welke planten we wel en niet kunnen zaaien: aardbeien, uien en look kan je niet zaaien, en voor tomaatjes is het nu eigenlijk al te laat.
- hoe lang je zakjes zaad kan bijhouden : vijf jaar, zo blijkt! maar goed ook want je gebruikt er uiteindelijk maar een paar voor je vierkante meter.
- wat je kan doen tegen ongedierte als slakken en wortelvlieg (resprectievelijk zand & bier, en een vliesdoek over je bak gedurende de eerste tijd)
Thuis moet onze tray nu eerst een drietal weken binnen staan op een lichte plek, en vochtig gehouden worden met een plantenspuit. Daarna kunnen we de zaailinkjes afharden door ze eerst een uurtje naar buiten te brengen, en dan weer binnen te zetten, dan een halve dag, en dan een hele dag overdag, en daarna mogen ze buiten gezet worden. Daarna zal het tijd worden om de plantjes te verspenen: uit de tray halen en op hun definitieve plek te zetten. Tegelijk dun je uit door enkel de sterkste plantjes te kiezen.
Ik maakte thuis nog plantenlabels door een paar houten wasknijpers te openen, en daarop de namen van de planten te schrijven.
Ik ben benieuwd welke groenten en kruiden ik de komende maanden allemaal zal kunnen oogsten!
Dit artikel verschijnt ook bij Femma.