Hmmm – vakantie! Dit jaar kozen wij voor een trip naar Bretagne. We gingen naar Bénodet, een stadje aan de monding van de Odet in de Atlantische Oceaan, in de streek Finistère.
Het tapijt van Bayeux
Op weg naar onze bestemming maakten we een tussenstop in Noord-Bretagne: in de stad Bayeux. Ik schreef al eerder over het tapijt van Bayeux, één van mijn favoriete voorwerpen uit het verleden. Het is een geborduurde strook linnen van 70 meter lang die in beelden giet wat er gebeurde toen Willem De Veroveraar in 1066 naar Engeland trok om er de troon te veroveren.
Het borduurwerk loste al mijn verwachtingen in! Ik zag het als kind en het was nog steeds even mooi en interessant als in mijn herinneringen. We kregen alledrie een audiofoon om in het Nederlands te luisteren naar de beschrijvingen van het tapijt. Ook dochterlief van vijfenhalf vond het erg leuk en luisterde 70 meter lang geboeid naar de verhalen over ridders, paarden en schepen. Daarna keken we nog even rond in het museum en keken we ook naar een korte film.
De rest van de autoreis hebben we doorgebracht met luisteren naar luisterverhalen van het Geluidshuis en playlists op Spotify. Ik had voor de gelegenheid een Summer Fiesta en een Franse lijst gemaakt 🙂
Bénodet in Bretagne: Finistère
Hotel Ker-Moor
We logeerden in hotel Ker-Moor. Een oud hotel dat tegelijk de charme wist te bewaren en ook modern comfort aanbiedt. We hadden een mooie familiekamer met laminaat en rolluiken voor de ramen. Het was zomers weer maar toch erg aangenaam op de kamers. De echte troef vind ik het restaurant. ’s Ochtends een mooi ontbijtbuffet, niet reusachtig maar er was absoluut genoeg keuze.
’s Avonds genoten we van een menu in het restaurant want we kozen voor half pension. Er was steeds ruim voldoende keuze tussen gerechten op de menukaart. We aten veel vis en ik koos een paar keer voor de oesters als voorgerecht. Ook voor dochterlief was er veel aandacht. Soms at ze ook een gerecht van de kaart, andere keren werd er door de vriendelijke obers iets voorgesteld. Voor dessert had ze vaak geen plaats meer, al kon een Gavotte-koekje er toch wel nog bij 🙂 We hebben echt genoten van de Bretoense keuken.
Bretagne is een heel mooie streek, glooiend en groen, met mooie plekjes om te bezoeken.
Quimper
Quimper is de hoofdstad van Finistère, en wordt de meest Bretoense van alle steden in Bretagne genoemd. Het is alleszins een fijne plek. We wandelden door de winkelstraatjes (met veel vakwerkhuizen – het woord pittoresk dringt zich op!) naar de Kathedraal Saint Corentin. Een mooie Gotische kerk, die dochterlief aanzette tot theologische discussies: ‘God bestaat toch niet he!’ Komt dat tegen, zeg 🙂
Daarna mocht dochterlief een ritje maken op de carrousel aan de ingang van de kathedraal: helemaal in het thema van Jules Verne! Een echte steampunk-paardenmolen. Dochterlief koos voor de Nautilus, de onderzeeër uit 20 mijlen onder zee.
Naast de kathedraal ligt het Musée départemental Breton. Een mooi museum, met in enkele zalen de geschiedenis van Bretagne en aandacht voor de mooie klederdracht, keramiek en meubelkunst. Het is een erg kindvriendelijk museum (al zijn alle musea dat echt wel tegenwoordig), met heel veel kopieën van voorwerpen die je uitgebreid mag aanraken.
Concarneau
Concarneau is een vissersplaatsje met een heel bijzonder element: de Ville Close. Dit versterkte eilandje ligt in een kleine baai, omringd door aangemeerde schepen en bootjes. Je kan de omwallingen helemaal bewandelen en daarna in het stadje rondkuieren. Dit is wel een erg toeristisch plekje, maar het is dan ook uniek en mooi om te zien.
We bezochten ook het Musée de la Pêche, wat ons iets onverwachts opleverde: een bezoek aan een echte vissersboot. Dat was leuk! Dochterlief vond de Hemerica geweldig, de kajuiten, de trapjes, de kombuis, het dek, de stuurhut,… Echt een tip als je met kinderen de stad bezoekt!
Tot slot bezochten we ook het Marinarium, een onderdeel van het Musée d’Histoire Naturelle in Parijs. Het is het oudste onderzoekcentrum voor mariene biologie in Frankrijk. Er zijn natuurlijk veel aquariums, en veel interactieve plekjes met informatie over het leven in de zeeën. Ecologie en de geschiedenis van het zeeleven komen ook aan bod.
De vuurtoren en de oceaan
Phare d’Eckmühl
De oceaan rond Bretagne heeft vele gezichten. Wij beklommen de Phare d’Eckmühl op een rotsige kaap, die door de eeuwen heen veel mensenlevens heeft geëist tijdens woeste stormen. 57 meter hoog, 307 treden op en af: daarna verdienden we wel een Bretoense crêpe!
Baie d’Audierne
Aan de Baie d’Audierne ligt Saint Guénolé. We bezochten er het Musée de la Préhistoire – als archeoloog was ik dat wel verplicht 🙂 Het is een schattig oud museum, tjokvol voorwerpen uit de rijke prehistorische geschiedenis van Bretagne. In de tuin zijn reconstructies van de monumenten die onze voorouders bouwden, zoals de tumulus en de overdekte gang uit het Neolithicum.
En aan de overkant van deze tuin ligt een heel mooi vlak zandstrand. Het mooiste strand dat we bezochten tijdens onze reis, vind ik!
Inclusief preview op mijn huidig breiwerk… Zal vervolgd worden!
La Mer Blanche
Speciaal plekje, dit! Opzij van Bénodet ligt een grote zandduin met daarachter een ondiepe baai. Die baai komt grotendeels droog te liggen bij laag water, en dan kan je te voet naar de hoge duin wandelen of pootjebaden. Bij hoog water kan je dat nog steeds maar dan waad je toch eerder tot je bovenbenen of middel in de zee op sommige plekken. Erg leuk! We zagen er ook veel mensen met paddle boards en rubberbootjes.
Bij laag water zag het er zo uit:
En dit was bij hoog water:
Het strand van Bénodet
Dit is een schuin aflopend strand met grof zand en steentjes. Er zijn ook rotsen met rotspoeltjes. Toen we ons op de eerste avond over zo’n poeltje bogen om te kijken wat er allemaal van leven te bespeuren was, kwam er een jongetje zijn vangst loslaten! Visjes, garnaaltjes, krabbetjes zwommen nu weer vrij tussen de zeeannemoontjes in het poeltje. Bij hoog water konden ze weer het vrije sop kiezen!
En zo wisselden wij uitstapjes, stranden en zwembad af. Een zalige vakantie!