Zoals elk jaar maak ik voor dochterlief een muts en sjaal. Dit jaar koos ons meisje zelf de wol, en ze ging voor Alpino van Veritas in een ijsblauwe kleur, een garen van 50% alpaca en 50% merino.
Ik koos het patroontje, ik brei graag en ik vind een uitdaging altijd leuk. Het mag wat moeite kosten. Zeker voor een kleiner stuk als een muts, dat uiteindelijk snel klaar is 😉 Ik koos voor een gratis patroontje van Pickles, een Noors wolmerk. Het werd de Kitty hat, het zal geen verbazing zijn dat dit mutsje dus schattige poezenoortjes heeft. Mijn Alpino-wol heeft een iets fijnere stekenverhouding dan de wol die Pickles voorstelt, dus ik brei gewoon een grotere maat.
De muts heeft oorflapjes en een koordje om onder de kin te knopen, dat is wel zo warm aan de oren. Niet aan de poezenoren, de kindjesoren hé. Het koordje is een i-cord (ik weet niet wat de Nederlandse naam hiervan is maar het resultaat lijkt wel wat op een gepunnikt koordje). Het patroon begint bij de i-cords en werkt zo naar boven, heel leuk om te doen. Ik leerde weer een nieuwe techniek om een naad te sluiten zonder eerst af te zetten: de Kitchener stitch, ook bekend als Grafting (letterlijk vertaald: enten). Het is een techniek waarbij je met de borduurnaald een breisteek nadoet en zo twee delen aan elkaar zet, in dit geval tussen de poezenoortjes. Ik heb nadien wel nog een binnenmutsje gemaakt in lichtblauwe tricot, want de wol prikte 😉 en nu ben ik nog aan een bijbehorend sjaaltje bezig.
De herfstvakantie gaf ons nog een paar zonovergoten mooie dagen met prachtige gekleurde blaadjes.