Nee, de oudste inwoner van Dendermonde is niet het Ros Beiaard, of één van onze Reuzen, ook al hebben die reeds een respectabele leeftijd bereikt. De mammoet die in de jaren ’60 gevonden werd bij de zandontginning van de Sint-Onolfspolder is vele malen ouder! Als archeoloog (wat ik van opleiding ben) heeft dit dier altijd een speciaal plekje in mijn hart gehad. Als kind ging ik al graag in het Vleeshuismuseum op de Grote Markt naar hem gaan kijken.
De vondst
In 1968 werden door een jong Dendermonds kereltje, Hugo De Potter, de eerste fossiele beenderen aangetroffen in de zandontginningen van de Sint-Onolfspolder langs de Schelde. Ze verdwenen in de archieven van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), waar later diezelfde Hugo De Potter aan het werk ging, zijn passie volgend. Hij ijverde ervoor dat het dier terugkwam naar Dendermonde, en het kreeg een mooie plaats op de bovenste verdieping van het Vleeshuismuseum.
Als kind had ik het idee dat zo’n mammoet een vrij algemeen voorkomend dier is in musea. Dat blijkt absoluut niet zo te zijn! Er zijn er maar enkele in heel België. En die van ons is dan nog een bijzondere: het skelet blijkt samengesteld te zijn uit delen van meer dan 70 mammoeten. Dat zit zo: de dieren zijn niet in de Sint-Onolfspolder gestorven, maar wel verder stroomopwaarts. De beenderen dreven met de stroom mee tot ze in een bocht van de meanderende Schelde bleven steken en daar verzamelden de stukken zich. De kleinste beenderen werden door aaseters meegenomen of dreven nog verder mee stroomafwaarts.
En zo ontstond in de Sint-Onolfspolder een verzameling botten en beenderen die kon opgebouwd worden tot een vrijwel volledig skelet. Dit werd gemonteerd op een ijzeren stellage zodat de mammoet fier over de hoofden van de bezoekers heen kijkt. Hij is met de koolstof14-methode gedateerd en is ongeveer 28.000 jaar oud. De mammoeten van bijvoorbeeld Hoboken en Lier zijn lang niet zo volledig en zijn in sommige gevallen aangevuld met houten onderdelen.
Aan de botten kan je zien dat sommige van de mammoeten er al een bewogen leven hadden opzitten. Ze hebben littekens en wonden van roofdieren. Stel je voor, grote mammoeten die de ijzige steppes in onze streken doorkruisten, samen met wolharige neushoorns en andere tot de verbeelding sprekende dieren.
De restauratie
Op de leeftijd van 280 eeuwen bleek het skelet wel wat ouderdomskwaaltjes te vertonen: de beenderen van de mammoet(en, zou ik moeten zeggen) bleken pyrietbloei te vertonen. Dit is een chemisch proces waarbij ijzerdisulfide zich bindt aan de zuurstof uit de lucht. Hierdoor neemt het binnenste van de beenderen in volume toe en kan het uiteenspatten. Het was de voorzitter van de Belgische Vereniging voor Paleontologie Anthonie Hellemond die dit ontdekte. De beenderen worden dus door het KBIN gerestaureerd, waar Anthonie ook werkt.
Het publiek was bij de restauratie op twee open dagen welkom. Ook al was het wat moeilijk in te plannen, toch ben ik gaan kijken. De restauratie gebeurde namelijk op de vertrouwde plek van de mammoet, in het Vleeshuismuseum. Er werden chemische producten gebruikt: eerst een stroperige substantie en daarna Aceton.
Het museum is vanaf nu weer open en de toegang is gratis. Niets houdt jullie nog tegen om zelf eens te gaan kijken naar dit bijzondere stukje Dendermondse geschiedenis! Ik sluit af met deze leuke artistieke interpretatie door EOS:
Overgenomen van https://www.eoswetenschap.eu/geschiedenis/de-mammoet-van-dendermonde%5B/caption%5D