Het wordt kouder, het wordt blijkbaar eindelijk winter. Reden te meer om de vogeltjes in de tuin te voederen. Ik geef al eten aan de vogeltjes sinds ik ergens in de herfst een nieuwsbrief van Natuurpunt kreeg: het hoeft niet te vriezen om te beginnen met graantjes en pitjes te geven. Als je in de herfst start, weten de gevederde vriendjes dat ze in jouw tuin steeds terecht kunnen.Ook in een stadstuintje als het onze kan je prima vogeltjes voederen.
- Wat geef ik aan onze vogels?
Die broodkorstjes die ik dagelijks vind in dochterliefs brooddoos, de kruimels van op tafel, zonnebloempitjes en pindanootjes die ik in de winkel koop (voor vogels, dus zeker niet gezouten). Ik snijd regelmatig eens een appel in twee helften en die leg ik er ook bij. Een vetbolletje hangt ook in onze tuin, en een slinger ongepelde pindanoten.
- Waar voeder ik?
Brood en appel leg ik op de grond, op een geplaveid stukje (niet in het gras). In onze vijgenboom hangt een voederhuisje voor zaadjes en nootjes, en een houdertje voor vetbolletjes. De slinger ongepelde pindanoten hangt ook in de vijgenboom.
- Wie komt erop af?
Op de grond komen merels (die lusten graag appel), kauwen, duiven en eksters. De grote vogels dus. In de boom zien we pimpelmeesjes, koolmeesjes, vinkjes, af en toe eens een roodborstje, heggemus of winterkoninkje en in de herfst zag ik ook staartmeesjes.
Ik heb twee handige natuurboekjes, 1 met tekeningen en 1 met foto’s, want ik ben wel benieuwd naar wie ik in de tuin te gast heb. Dochterlief vindt vogels in de tuin ook erg leuk, ze was nog heel klein toen we al voor het raam stonden te kijken. Ze heeft het niet zo op de grote vogels, sinds een paar kauwen vorige winter met het nodige geweld probeerden in te breken in het voederhuisje voor de kleintjes.
Meer informatie bij Natuurpunt: klik hier!