Nadat ik klaar was met de Bernadettevest, wilde ik graag weer iets moeilijker breien. Bernadetteke is namelijk fantastisch makkelijk 🙂 Een deel van de pret van ‘iets maken’ (wat dan ook – een cake of een kledingstuk of …) is dat je iets kan, bijleert of overwint, vind ik. Dus een moeilijkere brei- of haaksteek vind ik leuk om te leren. Het is ook prachtig om te zien hoe de draad onder je handen verandert in een stuk breisel, en hoe de opeenvolging van op het eerste zicht willekeurige stekencombinaties na een paar rijen een mooi patroon vormen. Al doende zie je je werkstuk groeien.

In het verleden leerde ik mezelf zo ajour en kabels breien, en de I-cord bind off toepassen om een werk te eindigen. Een boek of breitijdschrift kan hierbij helpen, of het meest geweldige hulpstuk voor breisters: Youtube. Vroeger moest ik elke keer bij de start van een breisel even opzoeken hoe je nu ook weer steken opzet 🙂 Daar zijn verschillende manieren voor maar deze is mijn favoriet. Ondertussen kan ik het wel uit mijn hoofd, oefening baart kunst.

Vorige week breide ik ‘in de rapte’ een hoofdband met kabels naar een patroon in een breiboek dat je deze maand samen met La Maison Victor kan kopen. Nu moet het nog koud worden zodat ik hem eens kan dragen 🙂 De hoofdband kan ook dienst doen als klein cirkelsjaaltje.

En over cirkelsjaal gesproken! Ik ben begonnen aan mijn volgende projectje: een tweekleurige cirkelsjaal in de brioche-steek. Dat is een vrij mysterieuze steek waarbij je aan beide zijden recht-uitziende steken hebt in een rib-patroon. Ingewikkelde beschrijving, hier zie je wat ik bedoel 🙂 Deze afbeelding komt van Milk Shed.

Stef van Milk Shed heeft een tutorial gemaakt, met een video waarin je kan zien hoe je brioche in het rond breit met twee kleuren. Eerst heb ik een proeflapje gemaakt, ik doe dat vrijwel nooit (ik weet het, ik zou dat beter wel doen) maar dit is toch wat ingewikkelder dan wat ik gewend ben. En nu ben ik begonnen! Het gaat vrij traag, over elke toer doe je twee rondjes, één in elke kleur. Met naald 3.5 vlieg je ook niet zo vooruit als met naald 8 of 9 zoals bij Bernadette. Maar ik zie mijn werk al groeien, ik hou van de kleuren (ik gebruik Bravo en Merino van Sachenmeier) en het resultaat is zacht en fluffy. Alleen de overgang tussen de toeren (de naad – ook al werk ik op een rondbreinaald) is nog niet zo heel mooi. Het is een leerproces 🙂